In mijn vorige
blogpost verwees ik naar het verwijt dat “de mensen” soms maken richting
marketing. Ik denk dat de marketing zich
door bepaalde ideeën en campagnes nu ook bepaald een poging doet om het hart
van de consument of meer nog, de liefde
voor marketing, aan te wakkeren.
Ik kijk daar waarschijnlijk
nog iets kritischer naar maar ik vind toch dat elke vorm van marketing een
gevoel zou moeten oproepen van “goed gevonden”. Dit “goed gevonden” kan voor
mij vele uitdrukkingen hebben. Het kan gaan over het feit dat het een glimlach
op mijn gezicht tovert, het kan zijn dat het mij op dat moment uit de nood
hielp of van dienst was maar ik denk dat het vooral start met het gevoel dat je
het allemaal moet kunnen geloven.
In die zin kwam ik
laatst op de luchthaven een voorbeeld tegen van iets dat, wat mij betreft,
weggegooid geld is. Iets wat ik helemaal niet geloof, tenzij ik helemaal geen gevoel meer heb voor wat in een top3 kan staan... Waarschijnlijk hebben ze er ook niet voor moeten betalen
daar het in de luchthaven een reclame was voor de luchthaven. Maar dan nog
steeds, vind ik dit geen geldig excuus voor “slechte marketing”.
Opnieuw kwam bij mij
de drang naar boven om aanwezig te zijn op het moment dat iemand zei “goed
idee! Tof gevonden! Moeten we doen! “. Ik zou dan die vlieg zijn die vervelend
rond het hoofd van de beslissingsnemer cirkelt en zachtjes in zijn oor
fluistert “really?”. En misschien word ik daarna wel doodgemept maar dan heb ik
toch even iemand 5 seconden laten nadenken of zijn idee wel een goed idee was.