donderdag 24 november 2016

Wat als…marketeer een scheldwoord wordt?



Laatst zaten we in een tearoom rustig een ijsje te verorberen en zat er naast ons een tafel met mensen die duidelijk ouder waren dan 60 jaar. Het was een bont gezelschap van mannen en vrouwen van alle leeftijden op zondagse uitstap. 

Na wat gepraat over koetjes en kalfjes ging hun gesprek over de Rode Duivels die die avond hun wedstrijd tegen Estland moesten spelen. Het gesprek werd geopend met de oneliner dat er “toch wel heel veel gezeverd werd over die rode duivels”, verwijzende naar de enorme media-aandacht die onze Belgische Elf kregen. Vervolgens hebben ze zeker gedurende vijftien minuten gepraat over wie al dan niet moest opgeroepen worden voor het Belgische team en wie al dan niet goed speelde. Het einde van het gesprek was heel interessant en heel abrupt. Eén iemand kaartte het onderwerp Kompany aan en vroeg zich af of hij nog wel ging spelen voor Belgie en of hij al dan niet fit ging geraken. Het gesprek werd door 1 zestiger in het gezelschap gestopt met de oneliner: “volgens mij is dat allemaal marketing”

Ik vond het op zich als iemand die beroepsmatig bezig is met marketing, allemaal wel een interessant geluistervink met toch wel een paar realiteitschecks.

Realiteitscheck 1 was dat alhoewel mensen duidelijk aangeven dat ze de media-aandacht die aan iets besteed word, buiten alle proportie vinden en bijna te kennen geven dat ze er zich aan ergeren, ze er toch vlotjes 15 minuten over blijven doorbomen. Ik ben er bijna zeker van dat ze allemaal die avond zullen gekeken hebben naar de wedstrijd ook. Dus hoef je dan eigenlijk wel een “lovebrand” te zijn of moet je er gewoon naar streven om voldoende input te geven om “the talk of the town” te zijn?

Een 2de realiteitscheck voor mij was dat marketing zo opeens als een deus ex machina kan neerdalen over dagdagelijkse situaties. Wanneer het wat onjuist of wat onecht lijkt te zijn of wanneer het onverklaarbaar is, kan het verklaard worden door marketing. Het klonk echt bijna als een verwijt. En meer nog dan een verwijt aan Kompany, was het een verwijt aan “marketing”. 

Hierop nauw aansluitend, is de 3de realiteitscheck dat zelfs een oudere generatie marketing denkt te kennen of in veel zaken de hand van marketing ziet. Daarenboven gaan ze dit ook zo benoemen. Mijn grootouders die eerder 80+ zijn, spreken nog over “reclame” en “uw dingen proberen te verkopen”. 

Zo zorgde het ijsje voor een koude shock die door mij ging. En nee, de “marketing” van Sensodyne hoeft mij niet te benaderen!